Het kleinste vogeltje in de tuin

In Europa is het kleinste vogeltje het goudhaantje. Het is slechts 8,5 cm en weegt amper 7 gram. Een piepklein vogeltje met een mooi verenkleed en een opvallend oranjerood of geel kruintje. Als je in het bos loopt kan je meteen zijn hoge en ijle roep herkennen. Het goudhaantje voelt zich het best in sparrenbossen waar het zich voedt met insecten. In grotere tuinen met naaldbomen kan je het ook wel eens aantreffen maar het is zeker geen alledaagse gast.

Er is echter nog een ander heel klein vogeltje dat we vaker te zien krijgen.

Winterkoning, Troglodytes troglodytes

Laat ons er van uit gaan dat het kleinste vogeltje dat we in de meeste tuinen te zien krijgen, de winterkoning is. Je ziet hem het vaakst al huppelend door de border op zoek naar insecten. Hij voelt zich het best in een tuin die niet al te netjes is opgeruimd voor de winter. De letterlijke vertaling van zijn Latijnse naam is ‘holbewoner’, wat veelzeggend is over zijn leefwijze. Uitgebloeide planten die niet gesnoeid zijn vormen een goede kweekbodem voor heel wat insecten, spinnen en allerlei larven. En dat lust de winterkoning het liefst. Met hun fijne snavel pikken ze hun voedsel uit kleine spleten. Je kan hem dus helpen door wat rommelige hoekjes, een houtkant en een composthoop in jouw tuin te voorzien. Ook door vaste planten die in de herfst afsterven te laten liggen en ze pas in het voorjaar terug te snoeien en op te ruimen. 

De winterkoning ziet er met zijn opstaand wipstaartje best wel schattig uit. Hij is zo’n 9,5 cm groot en weegt tot 9 gram. Een echt pluimgewicht maar ondanks zijn gestalte kan hij toch wel van zich laten horen. Het is een echte zangvogel en zijn lied klinkt luid en gevarieerd.

Nest van de winterkoning gemaakt uit mos.

Heb je een tuin met een dichte ondergroei dan zal hij jouw stekje mogelijks ook uitkiezen als broedplaats. Een houtkant, een natuurlijke haag of ruige vegetatie zijn ideale plaatsen om een nest te bouwen en geven hem een veilig gevoel alsook een plek waar hij snel kan in wegduiken als er gevaar dreigt van predatoren.

De winterkoning heeft 2 legsels per jaar die bestaan uit 5 tot 7 eieren. Het nest wordt gebouwd door het mannetje. Hiervoor gebruikt hij mos. Bijzonder is, dat hij meerdere nesten bouwt en dat het vrouwtje zelf mag kiezen waarin ze uiteindelijk wil broeden. Wat een luxe! Maar het mannetje durft ook wel eens een tweede vrouwtje te lokken naar een ander nest terwijl zijn vrouwtje aan het broeden is. 

Zijn naam laat niet vermoeden dat hij vrij gevoelig is aan strenge winters. Gebrek aan voedsel of aanhoudende vorst kan fataal zijn voor deze vogel. Ook bijvoederen met insecten, zoals meelwormen, kan dit kleine vogeltje helpen om de winter door te komen. Plaats een voederschaal vlak bij de grond in de buurt van struiken of verdorde planten.

In de winter zoeken soortgenoten elkaar op om samen de nacht door te brengen. Meestal slapen ze in groepjes tot een tiental exemplaren, knus tegen elkaar aan. Zo hebben ze een grotere kans op overleven als het buiten guur en koud is. 

Auteur: Inge
Redactie Tuinadvies

Dit artikel en nog meer leuke vind je op de website van Tuinadvies.be: https://www.tuinadvies.be/artikels/het_kleinste_vogeltje_in_de_tuin