Bosweetjes – Deel 1

Wist je dat het Herkenrodebos of het bos van Hasselt en deelgemeenten soms verward wordt met Het Hasseltbos. Dit laatste bevindt zich echter in Oost-Vlaanderen. Het dankt zijn naam aan de gemeente Ophasselt waar het ligt. Het is nu een deelgemeente van Geraardsbergen. Dit bos wordt op Wikipedia omschreven als een typisch beukenbos.

Maar wat weten we dan van het Herkenrodebos ?

Wikipedia leert ons het volgende:

Het Herkenrodebos is een natuurgebied tussen de plaatsen Stevoort en Kermt gelegen, in de Belgische gemeente Hasselt.

Dit bos was eigendom van de Abdij van Herkenrode en stond bekend onder de naam Grotenbos. Hier liet de abdij haar vee grazen. Het bos besloeg ongeveer 180 ha, maar het werd in de Franse tijd (1796) onteigend. Sindsdien was er sprake van Keizerlijke Bossen (met betrekking tot Napoleon Bonaparte). Vanaf 1815 werden het: Koninklijke Bossen. Uiteindelijk werd het bos opgekocht door Adolf en Ulysse Claes. In 1857 erfde Louis Claes, broer van Adolf en Ulysse, het bos.

Het aan de noordrand van vochtig-Haspengouw gelegen gebied kent een mozaïek van bossen en landbouwgebieden. In 2008 werd het gebied beschermd als natuurgebied. De bedoeling is dat in het gebied bos wordt aangeplant en dat dit een onbebouwd gebied blijft, mede ten behoeve van de bewoners van Hasselt, waartoe wandel- en fietspaden worden aangelegd.

De kern van het gebied is een bos, dat als natuurreservaat is aangewezen. Het is een eikenbos met onder meer heide in de ondergroei.

Het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap geeft uitvoerig uitleg over de evolutie van de aard van het bos:

../..

Beschrijving

Het gebied ‘Herkenrodebos en kasteel van Stevoort’ bevindt zich op de noordgrens van vochtig Haspengouw, op het interfluvium tussen de Demer in het noorden en de Herk in het zuiden. Het is een landschapsecologisch rijk gebied met relicten van het voormalige Herkenrodebos en met een concentratie van bouwkundig erfgoed, in het bijzonder restanten van vakwerkbouw. In het zuidwesten liggen de kastelen van Stevoort en Schimpen. De kern van dit gebied bestaat uit een aantal versnipperde bosrelicten, die nu worden aangeduid als Herkenrodebos, Zusterkloosterbos en andere. Deze historisch stabiele bossen, met een rijke voorjaarsflora, worden afgewisseld met graslanden en aangevuld met kleine landschapselementen die vooral bestaan uit bomenrijen, hier en daar houtkanten, meidoornhagen en struwelen.

Het historische Herkenrodebos

Rond het midden van de 18de eeuw lag in dit gebied een uitgestrekt, aaneengesloten bos van 730 ha (Villaretkaart). Samen met Nieuwenhovenbos in Sint-Truiden en het Jongenbos bij Kortessem was het één van de weinig grote bossen in Haspengouw. Herkenrodebos ontleende zijn naam aan de nabijgelegen abdij van Herkenrode, een 12de-eeuws cisterciënzerinnenklooster. De kloosterlingen noemden het Grotenbos. Uit het kaartboek van de abdij van 1669 blijkt dat zij er ruim 180 ha bos bezaten. Mogelijk ging hun bezit op een 13de-eeuwse schenking terug, wat het bos meteen een oudere oorsprong geeft.

Herkenrodebos werd zoals de meeste ancienregimebossen beheerd als een middelhoutbos, d.w.z. met hakhout in de onderlaag en opgaande bomen in de bovenlaag van het bos. In de bovenlaag kwamen bomen van verschillende leeftijden en omvang voor. Op basis van de 19de-eeuwse houtverkopen kwamen we tot een gemiddelde van ongeveer 128 opgaande bomen per hectare over alle leeftijdscategorieën samen, of één boom per 78 m². Dit aantal bomen in de reserve is wat hoger dan wat doorgaans in de bosbouwliteratuur aan cijfers voor middelhout te vinden is. Herkenrodebos was dus duidelijk een opperhoutrijk middelhoutbos. Als soort kwam eik het meest voor in het Herkenrodebos, zowel in het hakhout als in de bovenlaag. Een zeldzame keer werden ook witte abelen, beuk of es op stam verkocht.

Van boscomplex tot landbouwgebied met bos

In de daaropvolgende eeuwen verminderde de beboste oppervlakte stelselmatig. Dat begon al in de 18de eeuw. De wegen door het Herkenrodebos vormden de assen langs waar het bosareaal inkromp. In enkele decennia zetten de ontginners 230 ha naar landbouwgrond om (Ferrariskaart). Dat proces versnelde toen in 1832 de gebroeders Claes uit de rijke Hasseltse burgerij het voormalige abdijbos kochten en het toevoegden aan de rest van het domein dat zij eerder al verwierven. De Claes-familie bracht een hele transformatie teweeg. Op de oostelijke rand van het Herkenrodebos verrees een nieuwe industriële site, de stokerij Claes. Gaandeweg werden ook andere stukken van het bos verkocht of naar landbouwgrond omgezet. Daardoor is het bosbezit van de Herkenrodeabdij nu alleen nog herkenbaar aan de oude bosgrens met grenspalen. Niet alleen kromp de oppervlakte van het Herkenrodebos sterk in, ook het karakter van het bos veranderde sinds 1832 grondig. Het evolueerde van een typisch middelhoutbos naar een hooghout. Deze ontwikkeling is kenmerkend voor heel Vlaanderen. Het sterk verminderde belang van hakhout werkte deze evolutie in de hand.

Tegen 1870 viel het bos in twee blokken uiteen. Vanaf toen ging het snel. In de jaren 1930 was het voormalige boscomplex in zestien snippers uiteengevallen tot een totale oppervlakte van 171 ha. Begin 1970 bleef nog maar 129 ha bos over, verspreid over veertien stukken. Sindsdien lijkt de trend gekeerd en is er opnieuw een voorzichtige toename van het bosareaal waar te nemen, die vooral aan de aanplant van populieren is te wijten. Tot op vandaag zijn die ontgonnen bospercelen nog goed herkenbaar. Meestal gaat het om graslanden met populieren op de perceelsscheidingen. Op de voormalige gronden van de abdij van Herkenrode komen opvallend veel percelen met bomenrijen op de perceelsranden voor. Die geven het landschap een eerder gesloten karakter.

Door de vele opeenvolgende veranderingen onderging het bosareaal een stevige dynamiek: op sommige percelen verscheen nieuw bos, dat even later weer gekapt werd. En andere percelen met oud bos gingen onherroepelijk voor de bijl. Daardoor zijn er nu in de ruime omgeving maar enkele oudbospercelen over. Twee kernen die op de topografische kaart van 2009 met Herkenrodebos staan omschreven, een oud bosrelict ten zuiden van de Boswinning, een kleine kern in het Zusterkloosterbos, een grotere in ‘Bunders’ met daarnaast nog elf kleine oudbosperceeltjes (GIS-analyse historische kaarten). De meeste bospercelen in dit gebied zijn van het overgangstype tussen zure eikenbossen en eiken-haagbeukenbossen. Ze liggen binnen de contouren van het oorspronkelijk aaneengesloten boscomplex.

Een uitzondering is het Sterrebos, dat in oorsprong teruggaat op de 18de-eeuwse tuin en parkaanleg bij het kasteel van Stevoort. Een 820m lange dreef verbond het optrekje van de heren van Stevoort met een bos, dat ze waarschijnlijk in 1769 met lanen in stervorm lieten verfraaien.

../..

Ligging: gearceerd gebied

Dit en nog veel meer interessante weetjes lees je op hun pagina:

Geef een reactie